De kernvragen bij het bepalen van de strategie zijn de volgende:
Vraag 1.
Hoe gevoelig voor weerstand zijn de liquiditeitsprognose, probleemanalyse, waardering en voorgenomen waard verdeling en klassenindeling?
Hoe minder evident deze zijn hoe hoger het risico dat deze kansrijk worden aangevochten. Dat risico is procesmatig en inhoudelijk te beperken. Om de schijn van tegenstrijdige belangen te beperken kan het een overweging zijn de rechtbank te vragen een herstructureringsadviseur te benoemen die het akkoord voorbereid en aanbiedt. Daarmee geeft de schuldenaar wel het initiatief met betrekking tot het aanbieden van een akkoord uit handen; de herstructureringsadviseur is exclusief bevoegd dit te doen.
Dit nadeel kan echter opwegen tegen het voordeel dat de betrokkenheid van een onafhankelijke en onpartijdige herstructureringsadviseur het akkoord meer gezag geeft als dat voorziet in behoud van zittende financiers, aandeelhouders of andere invloedrijke partijen die essentieel zijn voor de doorstart. Indien dergelijke ‘zittenblijvende’ partijen nieuw geld willen lenen of storten, of bereid zijn door te leveren, in ruil voor een groter deel van de reorganisatiewaarde dan partijen in een vergelijkbare positie of met gelijke rang, zal het verstandig zijn de noodzaak en zakelijkheid van dit meerdere dat aan hen toebedeeld wordt te toetsen.
Als gerede twijfel bestaat over de marktconformiteit van hetgeen door zittenblijvers wordt geboden, kan overwogen worden (ook) andere partijen op die positie te laten bieden: voor hoeveel aandelen, wat voor langlopende vordering, distributie- of franchiseovereenkomst zouden zij op vergelijkbare wijze bereid zijn zich te verbinden aan de gereorganiseerde vennootschap.
In een voorkomend geval kan zelfs gelegenheid worden geboden om een alternatief akkoord voor te stellen. Inhoudelijk valt het risico van weerstand verder te beperken door onderbouwing door de vennootschap (de schuldenaar) zelf of door externe adviseurs. Hoe groter de kans dat schuldeisers of aandeelhouders zich tegen het akkoord zullen verzetten, hoe verstandiger het wordt te kiezen voor externe validatie van subjectieve onderdelen zoals prognoses en waarderingen of juridische validatie van de klassenindeling of beoordeling van vorderingen.
De schuldenaar of de herstructureringsadviseur kunnen dergelijke vraagstukken al voor de stemming over het akkoord aan de rechter voorleggen ter verkrijging van zekerheid.